Hechting is heel belangrijk. Wij zijn sociale dieren en, zeldzame uitzonderingen daargelaten, kunnen niet leven zonder gehecht te zijn aan een select aantal medemensen. Een baby spendeert ruwweg het eerste jaar aan de intense hechting met een persoon (meestal de moeder), om daarna voorzichtig rond te kijken of er nog meer leuke mensen zijn om een band mee te vormen. Gaat die eerste hechting niet goed dan ontstaat er een mens wat een leven lang moeite heeft om als mens te functioneren. Om het maar even samen te vatten; hechting is echt heel, heel belangrijk.
Zelfstandigheid is ook belangrijk. Compleet ander proces maar ook iets wat je in je eerste tijd mee krijgt om dan de rest van je leven nodig te hebben. Zelfstandigheid is de wetenschap dat je dingen zelf kan of zal kunnen. Het is dus niet een peuter die zijn eigen boterham smeert, maar een intern gevoel van zelfvertrouwen.
Hechting en zelfstandigheid worden meestal als tegenovergestelde processen gezien en daar ligt de grote denkfout. Komen we straks meer op. Laten we het stukje zelfstandigheid even parkeren en verder praten over een onderwerp in de categorie hechting.
Moeders krijgen nogal eens te horen dat hun kind teveel aan haar gehecht is. Ik hoor het meestal bij een kleintje vanaf een jaar maar soms zelfs al bij baby’s van een paar weken! Geen geintje. Een baby van een paar weken, die haarzelf nog als een onderdeel van het moederlichaam ziet, die dat kort geleden verdorie letterlijk nog was! Die baby hoort juist aan een moederlijf te plakken ja!
Kinderen kunnen niet te gehecht zijn. Dat bestaat niet. Gewoon niet, nee, nope, echt niet. Kinderen kunnen afhankelijk zijn op een leeftijd waarop ze toch echt zelf die boterham horen te smeren, kinderen kunnen onzeker zijn, maar niet, nooit, never te gehecht.
Om maar meteen even heel duidelijk en letterlijk te zijn:
Zo kan ik er nog wel honderd verzinnen. Al dat gedrag is echt heel normaal, heel gezond zelfs. Kinderen plakken eerst heel stevig vast aan de primaire (en later aan de secundaire) hechtingsfiguur. Dat is goed, sterker nog, dat is heel belangrijk. De wereld wordt ontdekt vanaf het kleine naar het grote, niet andersom. (En ja, dat mag in eigen tempo. Flikker op met je schema’s!)
Hoe komt het dan dat moeders (Het zijn ook altijd moeders hè, plakt een kind aan de vader dan krijgt de beste man niets dan complimenten.) zo vaak te horen krijgen dat ze te lief zijn, te veel knuffelen, hun kind te veel toegang geven tot de veiligheid van haar omhelzing?
Voor de overzichtelijkheid slaan we even de feministische discussie die hier achter zit over. (Ik weet! De Dolle Moeder die een feministische discussie overslaat! Dat we de dag mogen meemaken.) Iets met de manier waarop gevonden wordt dat we de keuzes van vrouwen ten alle tijden mogen betwisten. (Ik kon het net niet helemaal laten…)
Dat thema wat ik net even parkeerde, die zelfstandigheid. Pak die eens even terug. Het probleem zit hem er in dat we zelfstandigheid en hechting als tegenovergestelde processen zien. (Dat zei ik al, maar het is het waard om te herhalen.) Hechting is de beweging naar de ander toe en zelfstandigheid zou dan de geforceerde scheiding van de ander zijn. Dat is het niet!
Hechting en zelfstandigheid zijn twee uit elkaar voortvloeiende bewegingen. Parallel lopende golven. Twee bootjes naast elkaar. Zo iets. Ze zijn vriendjes! Naast de overweldigende behoefte aan connectie wordt ook elk kind geboren met een sluimerende behoefte aan zelfstandigheid. Als ouder ben je daar passief in. Voor beide hoef je niets meer te doen dan er zijn. Het is geen instructieboek, er zijn geen oefeningen, je kind hoef niet naar les. Gewoon er zijn. Hechting gebeurt vanzelf en als dat goed is gegaan dan komt die zelfstandigheid er spontaan bij. Het is zo simpel als dat.
Ik heb er al eens eerder wat over geschreven, maar met de industriële revolutie zijn we heel veel belangrijke kennis kwijtgeraakt. Kennis over kinderen, borstvoeding , hechting en over hoe kinderen zelfstandig worden.
Het begon aan de basis. Een paar vervelende heren wetenschappers gingen zich bemoeien met de opvoeding. Die ellende van rust, reinheid en regelmaat werd ingevoerd en een generatie kinderen groeide op met een ernstig verstoorde hechting. Als gevolg daarvan werden ze niet vanzelf zelfstandig. Zonder die veilige basis kan dat niet groeien.
Je zou zeggen dat diezelfde heren wetenschappers dan nog eens kritisch naar hun theorie kijken, maar, je raad het al, dat deden ze uiteraard niet. In plaats van hun eigen geklungel kreeg die ene knuffel die de moeder nog wel gaf de schuld!
Zo belachelijk streng als toen zijn we nu gelukkig niet (vaak) meer. Maar de erfenis is een feit. Hechting is verdacht en zelfstandigheid wordt niet meer begrepen. Ouders en kinderen krijgen geen vertrouwen meer om hun eigen, natuurlijke, ontwikkelingen door te maken.
De volgende keer dat iemand zegt dat jouw kleintje te veel aan je hangt. Of als er geëist wordt dat ie bij een ander moet logeren, of als ze de borstvoeding de schuld geven van het huilen. Steek dan alsjeblieft je tong uit. Nee, geen geintje. Ik vraag je om letterlijk je tong uit te steken. Totaal respectloos, weet ik. Kan je ruzie van krijgen, snap ik. Maar het is een van de zeer weinige medicijnen tegen de twijfel en onzekerheid die met al die rotvragen en rotopmerkingen naar binnen kruipt.
Steek je tong uit en, als ze daar voor open staan, leg uit waarom je doet wat je doet. (Weten we allemaal het verschil tussen uitleggen en goedkeuring vragen?) Staan ze niet open? Loop dan lekker weg. Draai je om en knuffel verder.
Verder lezen?
The post Hechting tussen ouder en kind, kan het teveel? appeared first on DolleMoeder.
Naam
Reactie
Dankjewel voor je reactie!