Zo was ik laatst in een binnenspeeltuin. Geweldige plekken overigens. Ik weet dat niet iedereen er gek op is maar ik ben fan. De toegangsprijs is een soort van redelijk, je kan er thee drinken en de kinderen kunnen totaal los op een regenachtige dag. Het geluid stoort me niet, maar dat komt waarschijnlijk door jarenlang zwemles geven. Een zwembad galmt veel erger.
De Peuter heeft besloten dat ze groot is en niet meer beperkt wil zijn tot het deel voor ukkies. Aangezien er toch geen houden aan is en ik er eerlijk gezegd wel vertrouwen in heb, laat ik haar en beperk ik me tot de boel van een afstand in de gaten houden. Dat gaat prima, ze klimt over of om de hindernissen heen en kan lekker haar ding doen.
Punt is dat er ook volwassenen in die toestellen rondlopen, meestal achter een andere peuter aan. Prima, jouw kind, jij weet hoe dichtbij je wil blijven. Maar dan komt het volgende; de Peuter probeert ergens op/in/overheen te klimmen en dat lukt niet direct. De lieve ouder in de buurt ziet dat en gaat haar ongevraagd helpen. Leuk bedoeld hoor, maar echt handig is het niet.
Zie je, mijn kleine wervelwind was lekker aan het wervelen. Mocht ze iets tegenkomen waar ze echt te klein voor is, dan zie ik haar oplossingen zoeken of gewoon iets anders proberen. Meestal lukt het bij een volgend bezoek wel en zo ervaart ze haar grenzen en hoe ze steeds groter wordt.
De ‘hulpouder’ verstoort dat proces. Ik zie echt een verandering in de Peuter na zo’n aanvaring. Zolang die betreffende volwassene in de buurt is kan ze ineens veel minder. Gelukkig lijkt het effect tijdelijk, maar ik vind het toch niet zo leuk.
De binnenspeeltuin is maar een enkel voorbeeld. Ik zie hetzelfde proces veel vaker, ook omgekeerd. Andere kinderen die ineens een stuk zelfstandiger worden wanneer hun hulpvaardige ouder uit de buurt is. We denken vaak dat we kinderen helpen, maar eigenlijk geven we ze een boodschap van afhankelijkheid. We zeggen dat we geen vertrouwen hebben en maken zo een self fulfilling prophecy.
Het is echt niet zo dat ik mijn kinderen nooit help. Een taak samen doen is ook een vaardigheid. Ik wacht wel totdat ze om hulp vragen, of liever gezegd, dat probeer ik. Want de drang om te helpen is groot, ook bij mij. Heel gek is dat. Ik weet dat het beter is om mijn kinderen aan te laten klooien, maar soms is die helpende hand er voordat ik er erg in heb. Product van mijn (maatschappelijke) opvoeding denk ik. Hoe dan ook, ik doe mijn best en het lijkt te helpen. De Peuter laat zich door niets en niemand tegen houden en als ze iets zelf wil doen maakt het niet uit hoeveel haast we hebben, ze moet en ze zal het zelf doen. (Van die momenten dat ik al laat bent en ze langzaam en onhandig zelf in de autostoel wil klimmen en zelf haar riem om doet….en ik er naast sta heel hard mijn ongeduld binnen te houden.)
Ik heb hier eerder over gepraat maar een echte aanrader is The Continuüm Concept van Jean Liedloff. Ze vertelt in dat boek hoe een andere cultuur met kinderen omgaat. Bij een inheemse stam ziet ze dat kleine kinderen volledig vertrouwd worden en zeer zelfstandig zijn.
Door verschillende tijden en in verschillende culturen wordt er anders tegen onze kroost aangekeken. Hier en nu hebben we de neiging om kleintjes als incapabel en inherent onveilig te zien. Heeft veel te maken met onze angstcultuur. Als we ze steeds zo zien en steeds die boodschap geven dan gaan ze naar ons luisteren, ten nadele van hun eigen ontwikkeling.
Het is belangrijk om te beseffen dat die mentaliteit niet universeel is en dus bij ons ook anders kan. Misschien niet alles in èèn keer, maar wel met kleine stapjes.
Het is absoluut inherent aan kinderen om een plek in onze wereld te zoeken. In principe willen ze allemaal, zonder uitzondering, zelfstandig zijn. De een is iets meer assertief in het opeisen van dat recht dan de ander, maar de drang is er altijd. Totdat volwassenen zich er mee gaan bemoeien.
Afhankelijke kinderen zijn gecreëerd. Daar ben ik absoluut van overtuigd. Let dan wel op dat afhankelijkheid en verlegenheid twee heel verschillende dingen zijn. Verlegen of terughoudend zijn is niet verkeerd, het is een karaktertrek. Het probleem komt als terughoudende kinderen afhankelijk gemaakt worden. Ik heb de volwassenen gezien die daar uit voort komen. Niet fijn.
Natuurlijk simplificeer ik nu een ingewikkeld proces, maar de kern klopt. Het doel van een jeugd is kennismaken met en een plek vinden in de maatschappij waarin we verwacht worden te functioneren. Dat kan je niet voor een ander doen, dat gaat echt alleen met vallen en opstaan. Waar volwassenen de jonge ontdekkers te veel hinderen wordt het proces verstoord en daarmee ook de uitkomst. Wij hebben dus een verantwoordelijkheid naar de volgende generatie toe. Niet om ze te beschermen maar om hun zelfvertrouwen intact te laten.
Overigens, voordat mijn mening heel verkeerd wordt opgevat; een zelfstandig kind kan best een borst nodig hebben om in slaap te vallen. (Om maar een voorbeeld te noemen.) Onafhankelijkheid creëer je niet door een kind te negeren of rare dingen van ze te verwachten (doorslapen en zo). Alle kinderen zijn in beginsel al zelfstandig, dat is niet iets wat je leert zoals het alfabet.
Als een kind om hulp vraagt (bijvoorbeeld door te huilen) kan je die best geven. Probeer alleen de hulpvaardige handen thuis te houden als je niets gevraagd wordt. Dat is moeilijk, ook voor mij, zeker als ik haast heb. Het is ook belangrijk. Helpen stuurt de boodschap dat diegene die je helpt iets niet zelf kan. Dat is niet altijd erg. Ik heb bijvoorbeeld geen verstand van hypotheken en dus vraag ik hulp aan een makelaar als ik er eentje nodig heb. Een kind wat een veter niet kan strikken heeft niets aan een boodschap dat ze het wel kan, dat is namelijk niet zo. Een kind wat, na de kunst af te kijken, wil proberen een veter te strikken heeft wel dat vertrouwen nodig.
Verder lezen?|
The post Zelfstandig; laat mijn peuter het zelluf doen. appeared first on DolleMoeder.
Naam
Reactie
Dankjewel voor je reactie!