“Goedemorgen!”
Stralend geeft ze me een hand. Die ik even vergeet aan te pakken. Mijn baan is niet altijd leuk, sterker nog, meestal is het vooral saai. Maar soms, soms breekt de zon door. Vandaag schijnt het in haar lach. Heerlijk!
“Wilt u mij volgen?”
Ik volg je overal. Maar dat kan ik nu niet zeggen. Klembord stevig in haar armen geklemd draait ze kordaat om en begint te lopen. Ik schud kort met mijn hoofd. Nu even de gedachten bij de rondleiding. Ik zal straks een rapport moeten schrijven en een ode aan deze dame word vast niet gewaardeerd. Achter haar aan loop ik naar binnen. De geur slaat me in mijn gezicht. Na al die tijd kan ik er niet aan wennen. Stront en angst.
“Het vee, ja, sorry voor de term, komt hier binnen. Ze zijn dan wel een tijdje op transport geweest dus vaak zijn ze wat suf. We moeten ze dan wat helpen met de laadplank. Dat doen deze twee mannen. Vroeger ging dat dus met prikstokken, maar dat mag niet meer. Dus gebruiken we een zweep of knuppel. Voelen ze niet veel van hoor, je moest eens zien wat een moeite we soms hebben om ze in beweging te krijgen.”
Weer die lach. Een blonde lok aan haar staart ontsnapt.
“Als ze binnen zijn gaan we eerst de lijsten af. Even de presentie nemen, zeg maar. Als iedereen er is dan gaan we verwerken. Dat doen we snel, we willen immers niet dat ze onnodig lijden. Kijk uit waar je stapt, het is hier wat vies.”
Als ik naar de vloer kijk zie ik dat de waarschuwing te laat kwam. Mijn schoenen zijn voorzien van een stinkende plak. Ik frons. Een man in mijn functie hoort er goed uit te zien.
“We gaan nu de verwerkingsvloer op. We hebben met meerdere methodes geëxperimenteerd maar gas is toch het meest humaan gebleken. Ze worden verzameld in deze kamers en gaan eigenlijk rustig slapen. Oh kijk, we hebben geluk. Ziet u die man daar? Die draait net het ventiel open.”
We blijven even staan. Vanachter de dikke deur komt gebonk. Als ik goed luister hoor ik gedempt geschreeuw. Het klinkt niet als slapen..
“Zo. Met een minuut of 5 gepiept. Soms duurt het wat langer hoor, maar die van vandaag waren erg suf. De werkers slaan nu haken in de poten en slepen ze weg.”
Uhg. Het blijft een naar gezicht. Het bloed flink (ik kijk nu wel uit dat het niet op mijn schoenen komt) en ik zie er een paar die nog niet helemaal weg zijn. De werkers slaan er geen acht op. Het kost veel tijd om de gaskamer weer aan te zetten. Humaan is leuk, snelheid is leuker.
“Via de deur daar gaan ze naar buiten. Voor nu hebben we greppels net buiten de faciliteit. Later zullen we verder buiten het terrein moeten graven.”
Ik geef haar een hand. Net had ik haar nog wat willen vragen, een drankje, misschien eten. De rondleiding heeft me de lust benomen. Zakelijk is wat ik nu kan opbrengen.
Terwijl ik terug loop naar mijn auto kijk ik om. De grote poort is wel indrukwekkend. Hoop op zo’n hopeloze plek. “Werk zal u bevrijden” Prachtige spreuk.
Op veel plekken en in veel tijden hebben mensen elkaar vermoord. Maar nooit is de vreselijke efficiëntie van de nazi kampen geëvenaard. Geïndustrialiseerde moord.
Het is dan misschien ook niet vreemd dat toen de agrarische sector een industrie werd, er naar deze kampen gekeken werd bij het ontwerpen van slachthuizen.
Laat me dat nog eens zeggen: de moderne slachthuizen zijn gebaseerd op de vernietigingskampen van de nazi’s.
Ik ben opgegroeid in een familie met missende leden. Verdwenen in de oorlog, efficiënt vernietigd. Ik heb dat verdriet altijd geproefd, gevoeld.
Er zijn mensen die het heel erg vinden om dat verdriet te vergelijken met het slachten van dieren. Toch is het voor mij hetzelfde. Maakt dat het verdriet om de mensen holocaust minder? Nee. Misschien zelfs wel groter. Maakt dat Nazi’s van ons? Nee. Maar het zet ons wel voor een keuze.
Open je hart. Open je ogen. Het is niet nodig om dieren te doden. Niet voor voedsel, niet voor kleding, nergens voor. Je hoeft niets op te geven, alleen wat dingen te vervangen.
The post Humaan appeared first on DolleMoeder.
Naam
Reactie
Dankjewel voor je reactie!