Lachen

“Ik lach je niet uit, ik lag je toe.”
Echt…echt…als je mij als kind kwaad wou maken dan kon dat met die zin. Vooral omdat die altijd kwam nadat ik me behoorlijk uitgelachen voelde.
Vandaag de dag kan ik er nog steeds niet tegen. Van hetzelfde nivo als “je hebt geen honger, je hebt trek. Kindjes in Afrika hebben honger.” Bah!
Tijdens het typen zie ik weer de genoegzame gezichten van vervelende volwassenen boven me hangen. Die je dan wel eens even vertellen wat jouw wereldbeeld zou moeten zijn en hoe jij je behoort te voelen. Uhg!
Thuis ben ik als kind altijd bloedserieus genomen. Beide moeders luisterden echt naar me, namen mijn advies aan en praatte normaal met me. Daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor en het is iets wat ik met mijn eigen kinderen ook doe. Nadeel is dat het contrast met de buitenwereld erdoor zo groot wordt. Ik wist echt precies wanneer ik niet serieus genomen werd en ik had er een grove hekel aan.
Neem nou die eerste zin. “Ik lach je niet uit, ik lach je toe.” Zullen we die even ontleden?
De eerste boodschap is dat het kind dus niet in staat is uitlachen van toelachen te onderscheiden. Terwijl kinderen van nature meesters zijn in het onderscheiden van emoties. Overigens, en dit heeft me altijd dwars gezeten, wat is toelachen precies? De Van Dale zegt dat het iemand lachend aankijken is. Ik stel me daar dus een milde, vriendelijke glimlach bij voor. Niet echt iets waar een kind over klaagt. Zeker niet snel te verwarren met uitlachen.
De tweede boodschap is zo mogelijk nog erger. Het is het compleet wegvagen van het gevoel van het kind. Stel nou he, stel nou dat Marietje het echt verkeerd had gezien. Dat je moest niezen en dat dat er door een rare genetische afwijking precies uitzag als lachen. Dan zou je alsnog gewoon sorry kunnen zeggen. Niet dat je iets fout deed, maar om haar gevoel te erkennen. “Het spijt me dat ik je dat gevoel gaf, ik bedoelde het niet zo.”
En daar komen we bij de kern van de zaak. Volwassenen kunnen geen sorry zeggen tegen kinderen. Doordat ze hun fouten niet kunnen toegeven marcheren ze lomp over de gevoelens van hun kleine medemens heen. En dat is niet juist, daar ben ik het (is er nog iemand verrast?) niet mee eens.
Kinderen zijn belangrijk, heel belangrijk. Dat snappen we eigenlijk allemaal wel. Zelfs de kinderloze zuurpruim drie huizen verderop beseft dat er een probleem is met het pensioen als er geen volgende generatie komt.
Maar waarom behandelen we kinderen dan alsof ze er niet toe doen?
Primitieve stammen doen dat over het algemeen niet. Kinderen worden daar voor vol aangezien en dat uit zich in ieders geluk. Je mag aannemen dat wij dat ooit ook zo deden. Ergens tijdens de agrarische periode en daarna, tijdens de industriële revolutie, zijn we de weg kwijt geraakt.
We zien kinderen als minder, leren ze af om zelfstandig te zijn en zijn vervolgens boos dat we zoveel voor ze moeten doen. Diezelfde kinderen groeien op tot beschadigde volwassenen en vind je het gek dat we nu met een samenleving zitten waar het ieder voor zich is en we lachen om elkaars pijn. En wat zeggen we dan? “Ik lach je niet uit, ik lach je toe.”
Ik ben er eerlijk gezegd een beetje klaar mee. De oplossing is zo simpel als het moeilijk is. Simpel om naar je kind te kijken en te zien dat daar een persoon staat. Een volwaardig mens met volwaardige gevoelens en een volwaardige mening. Iemand om rekening mee te houden. Moeilijk omdat je weerstand moet bieden tegen een samenleving die je voor gek verklaard. Familie, vrienden, buren, docenten en vergeet het consultatie buro niet. Allemaal volwassenen die het trauma uit hun jeugd proberen te herhalen om zo hun pijn te normaliseren.
The post Lachen appeared first on DolleMoeder.
Naam
Reactie
Laat een reactie achter








