Dit is mijn dreumes. Mijn wild, heerlijk, grappig, ongetemd kind.
Het witte bij haar hand is verband. Een paar dagen geleden is haar duim kei- en keihard tussen de deur gekomen. Ik ben niet vaak onder de indruk maar dit keer heb ik haar opgepakt en ben zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gereden.
Vrijwel elke ouder kent dat misselijkmakende gevoel van je kind wat pijn heeft. Ergens in je onderbuik houdt het het midden tussen pijn en kots. Een mooi trucje van de natuur waardoor we onze kinderen beschermen. En dat doen we.. veel te goed.
Als geen ander weet ik vandaag weer dat ik mijn kind niet tegen alles kan beschermen. Ik weet dat er af en toe ongelukken gebeuren en ik weet dat er dingen mis kunnen gaan.
Toch laat ik haar traplopen. En klimmen, en op blote voeten buiten lopen, en wild met haar grote broers spelen. Daar heeft ze namelijk recht op vind ik.
Ja, ze kan vallen. Ja, ze kan zich pijn doen. Ja, ik weet zelfs dat het echt verkeerd kan aflopen. En toch vind ik dat ze er recht op heeft.
Weet je dat sommige dierenartsen aanbevelen om katten binnen te houden? Hun levensverwachting stijgt daardoor enorm. Geloof ik best, de wereld is gevaarlijk voor een kat. Voor een mens ook wel. Ik denk dat mijn levensverwachting ook stijgt als ik niet verder ga dan mijn tuin. Maar wat voor leven is dat?
Als ik mijn wilde dochter probeer te beschermen tegen alles, weet ik zeker dat ik haar beschadig. Bij elke “niet doen” en elke “pas op” vertel ik haar dat ze zwak is, dat ze het niet kan, dat ik niet in haar geloof. En uiteindelijk gelooft ze dat.
Dus vertrouw ik haar. Ook op de hoge, steile trap.
En nee, dat is niet grenzenloos. Ik laat haar niet de weg op rennen. Er staat een hekje boven aan de trap en voor de stopcontacten zit een plug. Oh ja, en die ellendige deur, daar gaan strips op.
Door mijn vertrouwen blijft ze sterk, blijft ze in zichzelf geloven. Uiteindelijk geeft dat veel meer veiligheid dan mijn bemoeienissen. Nu al merk ik dat ze ontzettend capabel is en ook heel goed zelf risico’s kan inschatten. Zo gaat ze die trap wel op, maar nog niet af. Dat oefent ze op stoelen en op de tripp trapp.
Bij ons in huis hebben we een gezegde: “Van vallen leer je fietsen.” Geboren, overduidelijk, toen de jongens leerde fietsen en wel eens van die ondingen af vielen. Ondertussen gebruiken we het voor vanalles. Zonder vallen leer je niet.
Dus pleit ik voor blauwe plekken, en bulten, en schaafwonden. Voor klimmen en rennen en vallen en opstaan. Ik ben er werkelijk van overtuigd dat kinderen dat nodig hebben om groot te worden, om sterk te worden.
Die duim geneest heel aardig. Er was gelukkig niets gebroken en de zuster heeft het heel mooi ingepakt. In de drie dagen sinds het gebeurt is heeft ze geleerd om zelf op de tafel te klimmen en zelf het tuinhekje open te maken. Met een ingepakte hand.
Soms vraag ik me af wie van ons twee nu groot is en wie klein.
The post Waarom ik mijn dreumes laat traplopen appeared first on DolleMoeder.
Naam
Reactie
Dankjewel voor je reactie!